Elke ochtend
Elke ochtend, tussen het aandoen
van zijn linker- en zijn rechterschoen
trekt zijn hele leven even langs.
Soms komt de rechterschoen er dan
bijna niet meer van.
~Judith Herzberg~
woensdag 5 september 2012
vrijdag 6 juli 2012
Alles blijft
Daar stond een muur die ik heb aangeraakt.
De muur werd afgebroken. Van het puin
werd verderop een fundament gemaakt.
Ik plantte een fruitboom in mijn oude tuin.
Die werd geasfalteerd. Vijf meter diep
Houdt zich een wortelstronk nog grommend koest.
Vijf eeuwen lang desnoods. De Spaanse griep
Landt ooit op Mars omdat ik heb gehoest.
Er was een vriend aan wie ik heb geschreven,
Een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd.
Je bent een deel van alles bij je leven
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.
~Gerrit Komrij (1944-2012)~
uit:'Luchtspiegelingen', 2001
De muur werd afgebroken. Van het puin
werd verderop een fundament gemaakt.
Ik plantte een fruitboom in mijn oude tuin.
Die werd geasfalteerd. Vijf meter diep
Houdt zich een wortelstronk nog grommend koest.
Vijf eeuwen lang desnoods. De Spaanse griep
Landt ooit op Mars omdat ik heb gehoest.
Er was een vriend aan wie ik heb geschreven,
Een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd.
Je bent een deel van alles bij je leven
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.
~Gerrit Komrij (1944-2012)~
uit:'Luchtspiegelingen', 2001
woensdag 18 april 2012
Dit is mijn dag
Vanochtend werd ik wakker in een droom
van iemand die een huid van vlees bewoont.
Ik kon niet vluchten, ik was geen Tsjwang Tse
die had gedroomd dat hij een vlinder was
en zich bij ochtendlicht afvroeg of hij,
Tsjwang Tse, gedroomd had een vlinder te zijn
of dat de vlinder droomde als Tsjwang Tse
te ontwaken, nee, ik was een mens,
een taai skelet met tweeëndertig tanden,
twee handen en een tragisch intellect
dat met een angst voor klokken was behept.
Maar langzaam, bijna heilig, stond ik op,
gaf mijn gezicht een hand en ritste mijn
gedachten dicht. Dit is mijn dag, wist ik.
Hier lonkt een spiegel naar verwonderd licht.
Daar breekt een vlinder uit. En dat ben ik.
~Menno Wigman, 2002
van iemand die een huid van vlees bewoont.
Ik kon niet vluchten, ik was geen Tsjwang Tse
die had gedroomd dat hij een vlinder was
en zich bij ochtendlicht afvroeg of hij,
Tsjwang Tse, gedroomd had een vlinder te zijn
of dat de vlinder droomde als Tsjwang Tse
te ontwaken, nee, ik was een mens,
een taai skelet met tweeëndertig tanden,
twee handen en een tragisch intellect
dat met een angst voor klokken was behept.
Maar langzaam, bijna heilig, stond ik op,
gaf mijn gezicht een hand en ritste mijn
gedachten dicht. Dit is mijn dag, wist ik.
Hier lonkt een spiegel naar verwonderd licht.
Daar breekt een vlinder uit. En dat ben ik.
~Menno Wigman, 2002
dinsdag 27 maart 2012
Via de link kom je bij een bijzonder gedicht van Mustafa Stitou, prachtig typografisch vormgegeven door Jan Pieter van Laar.
zondag 11 maart 2012
Introduction to Poetry
I ask them to take a poem
and hold it up to the light
like a color slide
or press an ear against its hive.
I say drop a mouse into a poem
and watch him probe his way out,
or walk inside the poem's room
and feel the walls for a light switch.
I want them to waterski
across the surface of a poem
waving at the author's name on the shore.
But all they want to do
is tie the poem to a chair with rope
and torture a confession out of it.
They begin beating it with a hose
to find out what it really means.
~Billy Collins
and hold it up to the light
like a color slide
or press an ear against its hive.
I say drop a mouse into a poem
and watch him probe his way out,
or walk inside the poem's room
and feel the walls for a light switch.
I want them to waterski
across the surface of a poem
waving at the author's name on the shore.
But all they want to do
is tie the poem to a chair with rope
and torture a confession out of it.
They begin beating it with a hose
to find out what it really means.
~Billy Collins
zaterdag 10 maart 2012
Vermoeidheid
Als wij, de grote mensen, moe zijn
Van het praten met elkaar,
Als wij moe zijn van het slapen
Met elkaar, het wandelen
En handeldrijven met elkaar,
Het tafelen en oorlogvoeren
Met elkaar, als wij zo moe zijn
Van elkaar, van het elkaren
Van elkaar, dan zetten wij de kat
Op onze schouder, gaan de tuin in
En zoeken de kinderstemmen achter
De hoge hagen en in de boomhut.
En zwijgend leggen wij onze vermoeidheid
In het gras, en de jaren die zwaar
En donker sliepen in de zoom
Van onze jas ontbloten zich daarboven
In een jongenskeel en dansen op
En neer in een vochtige meisjesmond
Als wij, de grote mensen, moe zijn
Van het praten,
Van het praten,
Van het praten met elkaar,
Gaan wij de tuin in en verzwijgen ons
In de kat, in het gras, in het kind.
~Leonard Nolens
Van het praten met elkaar,
Als wij moe zijn van het slapen
Met elkaar, het wandelen
En handeldrijven met elkaar,
Het tafelen en oorlogvoeren
Met elkaar, als wij zo moe zijn
Van elkaar, van het elkaren
Van elkaar, dan zetten wij de kat
Op onze schouder, gaan de tuin in
En zoeken de kinderstemmen achter
De hoge hagen en in de boomhut.
En zwijgend leggen wij onze vermoeidheid
In het gras, en de jaren die zwaar
En donker sliepen in de zoom
Van onze jas ontbloten zich daarboven
In een jongenskeel en dansen op
En neer in een vochtige meisjesmond
Als wij, de grote mensen, moe zijn
Van het praten,
Van het praten,
Van het praten met elkaar,
Gaan wij de tuin in en verzwijgen ons
In de kat, in het gras, in het kind.
~Leonard Nolens
maandag 27 februari 2012
Poëzie
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:
zo helpt poëzie.
Herman de Coninck
mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:
zo helpt poëzie.
Herman de Coninck
vrijdag 17 februari 2012
woensdag 15 februari 2012
maandag 13 februari 2012
maandag 6 februari 2012
Wie zie je het liefst, de poes of mij
'Wie zie je het liefst, de poes
of mij?' vraagt ze.
En zoent me, niet om mij,
maar om haar lippen te proberen.
Als ik haar optil, slaat ze haar armen
om me heen omdat ze anders valt.
Als ik haar neerzet loopt ze weg
en ik haar na.
Nader is een comparatief die nooit
eindigt, zoals vader.
Herman de Coninck
of mij?' vraagt ze.
En zoent me, niet om mij,
maar om haar lippen te proberen.
Als ik haar optil, slaat ze haar armen
om me heen omdat ze anders valt.
Als ik haar neerzet loopt ze weg
en ik haar na.
Nader is een comparatief die nooit
eindigt, zoals vader.
Herman de Coninck
vrijdag 3 februari 2012
Olifant
Hij is gemaakt van de grofste effecten,
draagt zijn broek als clown August,
de knieën slodderend, maakt danspasjes
als tante Bertha die een tango de grond
inheit, terwijl z'n kont doet denken
aan een vals gebit
dat net is uitgenomen. En dan zijn slurf
en vlak daarnaast zijn ogen. Hoe zou jij kijken
als ze je lul op je neus gezet hadden?
Herman de Coninck
draagt zijn broek als clown August,
de knieën slodderend, maakt danspasjes
als tante Bertha die een tango de grond
inheit, terwijl z'n kont doet denken
aan een vals gebit
dat net is uitgenomen. En dan zijn slurf
en vlak daarnaast zijn ogen. Hoe zou jij kijken
als ze je lul op je neus gezet hadden?
Herman de Coninck
Abonneren op:
Posts (Atom)